Eerste bril
Dit gedicht gaat over mijn eerste bril. Meestal heb je pas door dat je een bril nodig hebt, als je al een afwijking van een hele dioptrie hebt. Pas met een bril valt het op hoeveel details je daarvoor onwetend hebt gemist.
Dioptrie
Dioptrie is een eenheid voor sterkte (“lichtbrekende kracht”) van een lens of spiegel. Een jong oog heeft in totaal ongeveer 60 dioptrie. Zo bezien lijkt een afwijking van 1 dioptrie niet veel. Toch heeft dat al veel invloed op je gezichtsvermogen.
Overigens wordt het grootste deel van het brekend vermogen van het oog niet door de ooglens zelf (ca 20 dioptrie) maar door het hoornvlies (circa 40 dioptrie) geleverd. De ooglens wordt gebruikt om scherp te stellen. Het hoornvlies doet het grote brekingswerk.
Ombuigen
Het gebruik van de term ‘ombuigen’ is niet juist. ‘Afbuigen’ trouwens ook niet. Een (brille)lens ‘breekt’ het licht. Maar voor een brildrager maakt dat natuurlijk niet uit.
Zonsverduistering
Overigens kan licht wel afgebogen worden. Een mooi voorbeeld is de afbuiging van licht als het een zware massa passeert, zoals een ster of een zwart gat. Dit kan met de algemene relativiteitstheorie, die een nieuwe beschrijving van zwaartekracht is, exact berekend worden. Toen tijdens de zonsverduistering van mei 1919 de schijnbare positieverandering van sterren ‘vlakbij’ de zon precies bleek te kloppen met de algemene relativiteitstheorie, werd Einstein op slag wereldberoemd.
Het was op zijn minst opmerkelijk te noemen dat al zes maanden na afloop van de Eerste Wereldoorlog Engelse onderzoekers de moeite namen om tijdens een zonsverduistering in Afrika metingen te doen die een absurde theorie van een Duitse geleerde zouden gaan bevestigen. En dat in zekere zin ten koste van hun eigen Newton.