Wat als de ijskap op Groenland smelt?
Groenland is heel groot en is bijna volledig bedekt met een ijskap van 1 a 3 km dik. Deze ijskap heeft een grote massa (3 x 1018 kg), waardoor zijn aantrekkingskracht het zeewater merkbaar naar zich toe trekt. Door deze waterverplaatsing is het zeeniveau bij Groenland sterk verhoogd. Deze verhoging neemt af hoe verder je van Groenland af gaat, maar is pas na circa 6700 km helemaal uitgewerkt. Voorbij die afstand is de zeespiegel juist verlaagd vanwege de aantrekking door de ijskap. Want, eenvoudig gezegd, dat ontbrekende water is richting Groenland getrokken.
Wat gebeurt er als de ijskap op Groenland geheel of gedeeltelijk smelt? Er zijn twee effecten.
1. Het smeltwater stroomt de zee in, waardoor de gemiddelde zeespiegel op aarde stijgt.
2. Door het afsmelten vermindert de massa van de ijskap. De ijskap trekt daardoor minder hard aan het zeewater. Het bij Groenland opgestuwde water stroomt weer gedeeltelijk terug naar waar het vandaan kwam. Hierdoor daalt de zeespiegel bij Groenland, maar ook tot een afstand van 6700 km is er sprake van daling. En voorbij de 6700 km is er juist een stijging van de zeespiegel.
Wat is het resultaat van deze twee effecten?
Bij Groenland zelf en in een gebied met een straal van zo’n 6700 km werken effect 1 (daling) en effect 2 (stijging) tegengesteld.
Tot circa 2200 km is effect 1 (daling) groter dan effect 2 (stijging) en zal in dat gebied de zeespiegel dalen ten gevolge van het afsmelten van de Groenlandse ijskap.
Tussen 2200 en 6700 km is effect 2 (stijging) groter dan effect 1 (daling) en zal in dat gebied de zeespiegel beperkt stijgen, dat wil zeggen minder dan gemiddeld.
Voorbij de 6700 km versterken effect 1 (stijging!) en effect 2 (stijging) elkaar. Daar zal de zeespiegel sterker stijgen dan gemiddeld.
(Voor de goede orde, de afstanden dienen gemeten te worden vanaf het middelpunt van de ijskap.)
In het geval de gehele Groenlandse ijskap zou smelten, dan zou de zeespiegel gemiddeld over de aarde 7 meter stijgen. Maar in Nederland en België (zo’n 3500 km verwijderd) zou de stijging beperkt blijven tot 2 meter. Bij Groenland zelf zou, afhankelijk van de plek, de zeespiegel per saldo 10 tot 30 meter dalen.
Zwaartekrachteffect
Dat een zware ijskap het zeewater aantrekt heet het zwaartekrachteffect. Het is al in 1886 berekend en gepubliceerd, maar daarna in vergetelheid geraakt. Tot het in de zeventiger jaren van de vorige eeuw door geofysici weer naar boven werd gehaald. Zij zijn ermee vertrouwd dat de zeespiegel niet over de hele aarde even hoog staat, en ook niet gelijkmatig stijgt of daalt. Maar klimaatwetenschappers moeten daar nog aan wennen.
De ijskap op Antarctica
Wat voor de Groenlandse ijskap geldt, geldt omgekeerd ook voor de ijskap op Antarctica. Als die smelt, zal het water dat nu nog tegen Antarctica aangetrokken is naar het noorden stromen.
Maar omdat het op Antarctica zo ontzettend koud is, smelt de ijskap daar niet zo makkelijk, als de aarde als geheel een paar graden opwarmt. Het blijft op Antarctica toch vriezen.
3e effect
Naast de twee hier boven genoemde effecten is er nog een derde effect van het smelten van de ijskap. Door het enorme gewicht van de ijskap die al 100.000 jaar op Groenland ligt, is Groenland naar beneden gedrukt de aardkorst in. Met het smelten van het ijs zal de aardkorst weer opveren en komt Groenland weer omhoog. Dit effect zorgt voor Groenland voor een relatieve zeespiegeldaling.
Dit opveren gaat heel erg langzaam en ijlt sterk na. Dit in tegenstelling tot het eerste en tweede effect, die direct optreden bij het smelten van de ijskap.
4 meter stijging
Een zeespiegelstijging kun je opvangen door de dijken te verhogen. Maar op een gegeven moment kun je je afvragen of het prijsgeven van de lage delen van het land niet slimmer is. Want er zal steeds meer zout water het land binnendringen.
Dijken houden weliswaar de zee tegen, maar er wordt altijd langzaam een hoeveelheid zeewater onder de dijk door gedrukt. Ook via rivieren en havens komt er zout water het land binnen. In de huidige situatie is de hoeveelheid zout dat zo binnendringt nog te overzien, maar als de zee 4 meter stijgt zal het door de toenemende druk om steeds grotere hoeveelheden zout water gaan, dat ook nog verder landinwaarts komt. Het binnendringende water op zich is niet het probleem; dat kunnen we wegpompen. Het gaat om het zout dat met het zeewater meekomt. Dat is een gevaar voor onze drinkwatervoorziening, maar ook voor de landbouw.
Veel zondvloeden en arken
Verhalen over een zondvloed die de wereld overspoelt en een ark waarmee een paar mensen en alle diersoorten overleven komen bij alle volkeren voor. De verhalen zijn ongetwijfeld steeds gebaseerd op een grote overstroming in de streek waar dat betreffende volk woonde. En met een beperkt idee hoe groot de wereld eigenlijk was, dacht men al gauw dat de hele wereld onder water stond. Met de overlevering van de verhalen werd de zondvloed groter en groter en moest men een ark introduceren om te verklaren dat de aarde nog steeds bewoond was door mensen en dieren. (Waarom gingen er geen planten en bomen mee op de ark? Moesten die op eigen kracht de zondvloed overleven?)
Op de volgende site http://www.talkorigins.org/faqs/flood-myths.html staat een lijst met honderden zondvloedverhalen van over de hele wereld. Vaak komt er een ark in voor, maar er zijn ook andere oplossingen bedacht waardoor de mensheid de zondvloed kon overleven.
Diluviaans
Diluvium betekent zondvloed. In het Nederlands komen de woorden ante-diluviaans (voor de zondevloed) en post-diluviaans (na de zondevloed) voor.
Het Afrikaans kent ook het woord diluviaans, ‘ten tijde van de zondvloed’, of ‘op de zondvloed betrekking hebbend’. Maar vreemd genoeg wordt diluviaans niet in het Nederlands gebruikt. Dat wil zeggen tot nu toe. Want nu is met dit gedicht ‘de vijf provinciën’ het woord diluviaans onderdeel van het Nederlands geworden.
Groenland stapt uit de EEG
In 1985 verliet Groenland de EEG, een voorloper van de EU. Zie het gedicht ‘vóór de brexit was er de groexit’.