Onderscheid
Meteorologen maken onderscheid tussen buien en regen. Een weerbericht, met zowel buien als regen, is dus goed mogelijk. Een enkele bui duurt meestal korter dan een uur. Is er sprake van een min of meer gesloten wolkendek waaruit voor langere tijd neerslag valt, dan spreekt men van regen. Bij buien is er meestal een grote wisseling in intensiteit. De neerslag van buien is minder gelijkmatig en vaak heviger dan bij gewone regen. Bij buien laat de zon zich tussendoor zien, terwijl bij regen het gesloten wolkendek het zicht op de zon ontneemt.
Zowel van regen als van een bui word je nat, maar met een bui kan dat heel snel gaan.
Wetenschappelijke weermodellen
Goede computermodellen vormen het onmisbare gereedschap om weersverwachtingen mee te maken. In het model is de atmosfeer opgedeeld in vakjes (gridcellen). Bijvoorbeeld een model voor de weersverwachting tot 2 dagen vooruit voor Nederland en naaste omgeving werkt met 10.000 cellen van 2,5 bij 2,5 km.
Voor iedere cel kan men grootheden als temperatuur, druk, vocht, wind en warmtestraling aan de hand van metingen als beginwaarde instellen. De zon verwarmt de aarde. Rond de evenaar wordt het warmer dan aan de polen. Dit veroorzaakt grootschalige luchtstromen en verplaatsing van vocht en warmte in de atmosfeer. Maar er verdwijnt ook straling (warmte) door reflectie, er valt neerslag, er verdampt water, turbulentie zorgt voor menging van luchtlagen enz. Daardoor veranderen de waarden van temperatuur, druk, vocht, wind en warmtestraling voortdurend. De computermodellen bootsen de weerprocessen na. Het model berekent voor iedere cel deze veranderingen met formules die de fysische processen van al deze invloeden beschrijven. Iedere verandering van temperatuur, druk, vocht, wind en warmtestraling in een bepaalde cel heeft weer invloed op deze grootheden in de naburige cellen.
Door uit te gaan van de beginwaarden (bijvoorbeeld de weerstoestand van nu) kan men de weersverwachting voor de komende periode berekenen.