Enkelvoud – meervoud
In de wiskunde telt men met behulp van de natuurlijke getallen. Dat begint bij 1 en via 2, 3 ,4 komt men, als men tijd genoeg heeft, bij oneindig. Van ieder meervoud kunnen we precies aangeven hoe groot dat meervoud is: 27, 365, 1959 of wat dan ook.
Ook in de taal gebruiken we de begrippen enkelvoud (ik, jij, zij/hij/het) en meervoud (wij, jullie, zij). Hoeveel personen telt ‘wij’? Hoeveel is het ‘meervoud’? Misschien gewoon het vage begrip ‘veel’. Het doet een beetje denken aan hoe de eerste mensen telden: één, twee, veel.
Het gedicht speelt met de begrippen enkelvoud en meervoud. Het woord maxima is de meervoudsvorm van maximum. Als naam is Maxima natuurlijk geen meervoud. Maar Wij Maxima is wel weer een meervoud. Enkelvoudig of meervoudig is niet altijd eenvoudig.
Pluralis majestatis
Bij koninklijk meervoud oftewel meervoud van verhevenheid wordt het meervoud gebruikt, hoewel men naar zichzelf verwijst, dus ‘wij’ in plaats van ‘ik’. Het wordt met name gebezigd door monarchen.
Overigens wordt de pluralis majestatis door de koning in Nederland en België niet meer gebruikt, behalve in vaste uitdrukkingen zoals de aankondiging van wetten en andere besluiten.
Pluralis modestiae
Interessant is dat het gebruik van de meervoudsvorm ‘wij’ ook voorkomt om het tegenovergestelde doel te bewerkstelligen. Dan wordt de meervoudsvorm gebruikt om de aandacht van de spreker/schrijver zelf af te leiden (meervoud van bescheidenheid). Dit komt vooral in zakelijke correspondentie voor.
Verschillende betekenissen van ‘wij’
‘Wij’ is in het algemeen niet een groep van sprekers (behalve bij demonstraties en in Griekse tragedies), maar de spreker plus een of meer anderen. Maar die anderen kunnen heel verschillend zijn, waardoor ‘wij’ niet steeds dezelfde betekenis heeft.
Ter verduidelijking: als twee groepjes met elkaar praten, is niet vanzelf helder of de spreker met ‘wij’ alle aanwezigen bedoeld of alleen zijn/haar eigen groepje.
Er zijn talen die verschillende woorden hebben voor ‘wij’. Een ‘wij’ inclusief degene(n) met wie je spreekt en een ‘wij’ exclusief degene tegen je wie je spreekt. Een voorbeeld is het Quechua, een indianentaal uit Peru.
– ñuqanchik = ik én jij/jullie (meervoud inclusief jou/jullie)
– ñuqayku = ik én anderen, maar niet jij/jullie (meervoud excl. jou/jullie)
Zie https://en.wikipedia.org/wiki/Ayacucho_Quechua
en https://en.wikipedia.org/wiki/clusivity
Het Hawaïaans doet er nog een schepje bovenop. Dat kent nog een aparte meervoudsvorm voor 2 personen (dualis). Dat levert in totaal vier vormen voor ‘wij’ op.
– kā-ua =ik én jij (tweevoud inclusief jou)
– mā-ua = ik én iemand anders, maar niet jij (tweevoud exclusief jou)
– kā-kou = wij én jij/jullie (meervoud inclusief jou/jullie)
– mā-kou = wij én anderen, maar niet jij/jullie (meervoud excl. jou/jullie)
Is wij drie of vijf?
Toen in oktober 2020 Willem-Alexander met de rest van het koninklijk gezin ondanks aangescherpte coronamaatregelen met vakantie naar Griekenland ging, ontstond hierover meteen veel maatschappelijke commotie in Nederland. Vers aangekomen in Griekenland verklaarde de koning nog dezelfde avond: “We zullen onze vakantie afbreken. We zien de reacties van mensen op berichten in de media. En die zijn heftig, die raken ons. We willen er geen enkele twijfel over laten bestaan: om het Covid-19-virus eronder te krijgen is het noodzakelijk dat de richtlijnen worden nagevolgd.” De terugreis zou de volgende dag zijn. Vier dagen later bleek dat slechts drie gezinsleden die dag waren teruggekeerd. Twee dochters bleven op het Griekse vakantieadres en waren blijkbaar niet bij wij (en ons) inbegrepen. Wij was deze keer niet ‘wij allemaal’ maar slechts ‘wij drie’.
Of bezigde Willem-Alexander die avond eenvoudigweg de pluralis majestatis, daarbij in het midden latend of ook de overige gezinsleden hun vakantie zouden afbreken en of ook zij het noodzakelijk vonden de richtlijnen na te volgen?
Secretaris van visserij en landbouw
Maxima werd geboren in 1971. Haar vader was staatsecretaris en minister op het ministerie van Landbouw en Visserij van 1976 tot 1981. Als we ervan uit mogen gaan dat ook in Argentinië er aangifte van geboorte gedaan moet worden binnen vijf dagen en niet pas binnen vijf jaar, dan is de titel van (staats)secretaris van visserij en landbouw, zoals hem in het gedicht wordt toegevoegd, een anachronisme. Lees: een dichterlijke vrijheid. Daarmee komen dichters altijd weg.