Olympische spelen 1928
Toen de olympische spelen in 1928 in Amsterdam plaatsvonden, was het de eerste maal dat er een vuur tijdens de spelen brandde.
Jan Wils, de architect van het olympische stadion in Amsterdam, had er een toren bij bedacht, waarop een brandend vuur zou aangeven dat de spelen bezig waren. De toren was met z’n 46 meter hoog genoeg om de olympische vlam in grote delen van het toenmalige Amsterdam te zien. Het vuur brandde dag en nacht, van de opening tot de sluiting van de spelen. Overdag voegde men rook toe aan de vlam om de zichtbaarheid te vergroten.
Ontstaan van de tradities
In 1928 werd de vlam ’s ochtends op de eerste dag gewoon ontstoken door iemand van het stedelijk gasbedrijf. Dus zonder ceremonie.
Op alle latere spelen werd er bij het stadion een plek voor het vuur ingeruimd. Vanaf 1936 bracht men het vuur uit Olympia door middel van een fakkelestafette naar de stad van de spelen.
Het Olympisch comité laat ons graag geloven dat alle huidige olympische tradities van de oude Griekse olympische spelen afstammen. Wat daar ook van waar is, het geldt in ieder geval niet voor de olympische vlam. Die is in 1928 in Nederland bedacht.
Vuur als basis voor techniek
Bij de schepping was het menselijke ras flink onderbedeeld qua overlevingskwaliteiten en verdedigingsmiddelen vergeleken bij de dieren. Prometheus bedacht dat mensen zich met vuur enorm zouden kunnen ontwikkelen. Hoewel Zeus het uitdrukkelijk verboden had, stal Prometheus vuur van de goden en schonk dat aan de mensheid op aarde. Daarmee leerde hij de mensen zich warm te houden en metaal te maken en dat te smeden. Hij leerde hun stenen te bakken en huizen te bouwen. En zeeën te bevaren en sterren te onderzoeken.
Zeus strafte Prometheus zwaar voor de diefstal van het vuur. Maar hoewel hij de oppergod was, kon Zeus de diefstal niet meer ongedaan maken. Gelukkig voor ons.
Logo TU Delft
Zo werd Prometheus een figuur die de menselijke zoektocht naar wetenschappelijke kennis vertegenwoordigde. Nog steeds brengt men Prometheus in verband met techniek. Zijn vlam is het symbool van de TU Delft en is ook in het logo verwerkt.